Promoveren

Als je in Nederland een universitaire studie in de natuurwetenschappen hebt gedaan (bijv. Biologie, Scheikunde, Natuurkunde of Wiskunde), is het vrij normaal dat je na je universitaire studie gaat promoveren. De reden dat dit in Nederland zo populair is, heeft te maken met ons onderwijssysteem. In andere landen zijn alleen universiteiten of ‘colleges’. Dit zijn 2 namen voor hetzelfde, namelijk alle hoger onderwijs in een land. Omdat er geen HBO is, gaan veel mensen na hun studie het werk doen, wat hier voornamelijk door HBO'ers wordt gedaan. Ze zijn ook meestal Bachelor na hun universitaire studie, dus dat is (tegenwoordig) ook vergelijkbaar met HBO. Het grote verschil is, dat je in Nederland op het HBO (en soms ook op de universiteit) veel meer praktijkonderwijs krijgt dan in andere landen. Daarom zijn Nederlandse Hbo’ers vaak erg gewild in het buitenland. Het nadeel is echter dat het in het buitenland moeilijk is om uit te leggen wat je titel nu eigenlijk betekent.

Ik heb biologie gestudeerd en ben gepromoveerd aan de Rijksuniversiteit van Groningen onder het ‘oude’ stelsel. Dit betekent dat ik na mijn studie Drs. (doctorandus) werd. Dit is een latijns woord wat betekent: hij die Doctor (Dr.) wordt. Oftewel, oorspronkelijk promoveerde iedereen die ging studeren. De promovendus had altijd jaren de tijd om te bewijzen dat hij een goed onderzoeker was en de titel Dr. ook waard was. Doordat in de afgelopen eeuw steeds meer mensen gingen studeren werd de promotieduur verkort tot 4 jaar (en dit was natuurlijk ook een bezuinigingsmaatregel) en werden de promovendi aangeduid met Assistent / Onderzoeker in Opleiding (AiO of OiO). In deze 4 jaar moet je laten zien dat je in staat bent om (zelfstandig) wetenschappelijk onderzoek te verrichten. Het criterium voor het al dan niet wetenschappelijk zijn van onderzoek ligt tegenwoordig (en misschien vroeger ook wel, maar dat weet ik niet) bij het schrijven van een wetenschappelijke publicatie. Maar wat houdt dat nou eigenlijk in? Het komt erop neer dat je een verhaal moet schrijven over je onderzoek, maar er zijn wel vaste regels verbonden aan hoe zo'n publicatie eruit moet zien. Dit wordt verder besproken onder het kopje Wetenschappelijke publicaties.

Op het moment heeft de faculteit W&N (Wiskunde en Natuurwetenschappen) een nieuw stelsel ingevoerd. Zoals op alle Nederlandse universiteiten is het Bachelor-Master (BaMa) systeem ingevoerd. Hierdoor is het systeem vergelijkbaar met alle andere Angelsaksische landen, waardoor het makkelijker is om in het buitenland aan de slag te komen, omdat ze die titels wel kennen. Helaas is de universiteit van Groningen een beetje verder gegaan en hebben ze behalve het studie systeem ook het promotie systeem overgenomen. In dit nieuwe systeem worden promovendi niet meer gezien als werknemers maar als studenten. Het voordeel voor de universiteit is duidelijk, aangezien studenten veel minder geld krijgen dan werknemers, en ze hoeven ook niet alle premies te betalen die je wel voor een normaal loon moet betalen. Maar volgens mij zijn er ook nadelen aan verbonden, zowel voor de universiteit als de promovendus.

De nadelen voor de universiteit hangen samen met de status van de promovendus en de opbouw van de groepen. Je kunt een student geen beheerstaken geven of onderwijs laten geven. In de alfa en gamma wetenschappen is dat geen probleem, maar in de bètahoek wel. De meeste promovendi op de W&N faculteit staan 4 jaar op het lab en je hebt mensen nodig die dat lab runnen, want dat gaat niet vanzelf. Maar een lab runnen is een beheerstaak en die mag je niet aan studenten geven. Dus komt alle last op de vaste staf neer, maar door bezuinigingen is er ook bijna geen vaste staf meer. De meeste groepen hebben 1 prof, 1 of 2 UDs/UHDs (tegenwoordig Assistant en Associate Professor genoemd) en misschien nog 1 of 2 analisten, maar dat is het. Deze mensen moeten alle promovendi (meestal 5-15 per groep) begeleiden en dan ook nog de beheerstaken uitvoeren en onderwijs geven aan de studenten. Dat kan natuurlijk nooit goed gaan, tenzij de opbouw van de groepen anders wordt. Er zullen bijvoorbeeld meer PostDocs aangenomen kunnen worden die wel taken van de vaste staf kunnen overnemen. Maar die zijn veel te duur en dat zal dus voorlopig wel niet gebeuren.

De nadelen voor de promovendi zijn ook duidelijk. Ze krijgen nu een beurs in plaats van een salaris. Ten eerste is het maandelijkse bedrag wat bursalen (zoals ze nu genoemd worden) krijgen veel minder dan een AiO-salaris, maar dat is nog niet het belangrijkste. Doordat ze een beurs krijgen, bouwen ze nog geen arbeidsverleden en pensioen op en hebben ze na hun promotie geen recht op een WW-uitkering. Dit betekent dat je officieel veel later begint met werken en dat lijkt mij geen goede zaak. Een ander nadeel is, dat je je officieel niet bezig mag houden met beheerstaken en onderwijs. Hierdoor kun je in deze onderdelen van het werk geen ervaring opdoen, terwijl het toch de bedoeling is dat je na je promotie zelf mensen gaat aansturen en je beheerstaken gaat uitvoeren. Hierbij maakt het niet uit of je nu een carrière wilt binnen de universiteit of daarbuiten.

Tot zover het systeem zoals ik denk dat het nu in Groningen werkt. Hoewel ik altijd met plezier in Groningen heb gewoond en gewerkt, zal ik mensen op dit moment niet meteen aanraden om naar Groningen te gaan voor een promotie. En daarmee komen we op het volgende stukje in dit verhaal.

Promoveren: waarom en hoe?

Tips voor de keuze om te gaan promoveren of niet.

Ik ben zelf gepromoveerd bij de afdeling Farmacie en dat is dus een bètawetenschap. De dingen die ik hier noem, zijn dus voornamelijk van belang als je een promotie wilt gaan doen waarbij je in principe 4 jaar op het lab staat. Zoals ik al eerder geschreven heb, is promoveren in de natuurwetenschappen vrij normaal. Maar waarom zou je jezelf 4 jaar afbeulen (de meeste AiOs werken meer dan 40 uur per week) voor een minimumloon? Helaas is dat de schuld van onszelf (de wetenschappers). Wij willen graag een titel een daarom laten we ons 4 jaar lang onderbetalen. In de huidige (wetenschappelijke) samenleving moet je wel Dr. zijn om een leidinggevende functie te krijgen. Dit is op zich logisch voor banen binnen de universiteit, omdat het systeem daarop gebaseerd is, maar in het bedrijfsleven worden je kansen ook vergroot door een doctorstitel. Ik wil hier overigens wel benadrukken dat er ook wel werk is voor mensen met een natuurwetenschappelijke bachelors of masters titel, dus begin vooral niet aan een promotie tenzij je er goede redenen voor hebt.

Aangezien je zo slecht betaald wordt, is dat geen goede reden om te promoveren. Een reden die (onbewust) bij veel mensen meespeelt, is dat ze eigenlijk nog wel wat langer student willen zijn. Ze hebben nog geen zin om al de verantwoordelijkheid van een echte baan op zich te nemen. Dit is begrijpelijk en de 1e 2-3 jaar kun je ook best een beetje aanklooien, maar in het 4e jaar wordt het dan wel heel hard werken, maar dat is een keuze die je zelf kunt maken.

Een andere belangrijke reden (voor mij het belangrijkst) is dat je het leuk vindt wat je doet. Als je er dus over denkt om te gaan promoveren, is er 1 belangrijke vraag die je jezelf moet stellen: Kan ik 4 jaar lang aan dit kleine onderdeeltje van de wetenschap werken? Deze vraag is zo belangrijk omdat hier heel veel achter verscholen zit. Ten 1e is 4 jaar best lang en kan het onderzoek natuurlijk nooit altijd goed gaan. Er zullen altijd dagen zijn waarop alles misgaat en al je ideeën helemaal niks meer waard lijken te zijn, en dan gaat er thuis ineens ook van alles mis of je wordt ziek of niemand heeft tijd voor je of ........ Een paar dagen kunnen de meeste mensen wel overbruggen, maar als dit weken of zelfs maanden gaat duren (wat helemaal niet ongewoon is tijdens je promotie, er is zelfs een term voor: AiO-dip), moet je toch nog iets hebben waardoor je iedere morgen denkt: ja leuk, ik mag weer naar mijn werk vandaag. Of in ieder geval: ik heb altijd gedacht dat dit het leukste onderzoek van de wereld was, dus vandaag komt er misschien wel iets goeds uit. Oftewel, begin niet aan een promotie op een onderwerp wat je eigenlijk niet leuk vindt. Ik ken een aantal mensen die zijn gaan promoveren omdat de professor bij wie ze afstudeerden hen vroeg of ze daar kwamen werken. Als ze hun afstudeer/promotieonderwerp leuk vonden, ging de promotie meestal wel goed. Maar er zijn ook mensen die het onderwerp eigenlijk niet leuk vonden, maar toch gingen promoveren omdat het natuurlijk een hele eer is om gevraagd te worden voor een promotie. Deze mensen hadden veel meer moeite om over hun AiO-dip heen te komen, of zijn zelfs gestopt op het moment dat het niet meer ging en dat is toch jammer van alle energie die je erin hebt gestopt.

Een ander ding wat in de originele vraag verstopt zit is de term ‘dit kleine onderdeeltje’. Voor jou is je onderzoek het belangrijkste in de wereld, maar voor andere mensen is het gewoon een heel klein stukje. Als je enthousiast bent en helemaal achter je onderwerp staat, kun je mensen vaak wel overtuigen van het nut van je onderzoek. En dan is het leuk om erover te praten, maar het blijft maar een heel klein ding en als je na een jaar je interesse verliest, moet je er toch nog 3 jaar aan doorwerken en dat is ook niet leuk.

Het 3e en laatste ding in de vraag is de term wetenschap. Als je gaat promoveren, zeg je eigenlijk: ik wil wetenschapper worden. Gelukkig is dat niet helemaal waar, veel gepromoveerde mensen krijgen buiten de universiteit een baan en zijn dan veel minder wetenschappelijk bezig dan tijdens hun promotie en/of studie. Als je na je studie niet goed weet wat je wilt, is het op zich helemaal niet erg om te gaan promoveren. Je hebt dan 4 jaar de tijd om te kijken of je het leuk vindt om binnen de universiteit te werken of niet. Als je er na een tijdje achter komt dat dit niet is wat je wilt, dan is er helemaal niks aan de hand. Vaak helpt het wel om je promotie af te maken (goede karaktereigenschap: doorzettingsvermogen), maar als het echt niet gaat, moet je gewoon stoppen, ook al probeert je prof nog zo hard je te houden (want hij/zij krijgt geen geld als je niet promoveert, dus dat is puur eigenbelang). Zorg in ieder geval dat je bredere vaardigheden ontwikkelt die buiten de universiteit gevraagd worden. Hierbij denk ik dan vooral aan termen als leiderschaps- of organisatietalent. Dit kun je ontwikkelen bij een vereniging of binnen je eigen werkomgeving door dingen te organiseren (bijv. het jaarlijkse uitje). Natuurlijk zijn deze eigenschappen binnen de universiteit ook belangrijk, maar helaas wordt hier minder op gelet bij sollicitaties. Er wordt dan meer naar je wetenschappelijke output (lees: publicaties) gekeken.

Andere dingen die belangrijk zijn in iedere werkomgeving, maar waar je misschien niet aan denkt als je je eerste baan ingaat, zijn de volgende. Is de sfeer goed? Goed is hierbij een betrekkelijk begrip. Sommige mensen gedijen goed als ze in een heel gestructureerde omgeving zitten (waarschuwing: een universiteit is dat meestal niet), terwijl anderen juist graag zelf dingen inbrengen. De professor drukt een grote stempel op de groep, dus je moet wel enigszins met hem/haar overweg kunnen. Persoonlijk houd ik ervan als deuren in principe altijd openstaan. Dat betekent dat je zo bij iemand kunt binnenlopen zonder afspraak, onafhankelijk van zijn/haar positie in de groep. Ik ken een professor bij wie de medewerkers zo ongeveer op audiëntie moesten. Ik ben blij dat ik daar niet werkte, want dat had ik niet 4 jaar volgehouden. Je kunt nooit iedereen leuk vinden in een groep, maar probeer in ieder geval met een paar mensen een leuk contact te hebben. Niets is leuker dan met een paar collega’s bij een biertje je baas af te kraken. Verder is het soms ook een goed idee om juist iemand buiten de groep als vertrouwenspersoon te hebben, want die kan dingen soms beter relativeren. Een ander belangrijk onderdeel van je werkomgeving is de begeleiding. Probeer zo snel mogelijk duidelijk te krijgen of er iemand anders is dan de professor die je begeleidt. Meestal is dit wel nodig, omdat de prof het vaak veel te druk heeft om zich met jouw dagelijkse problemen te bemoeien. Een PostDoc op hetzelfde project is het meest ideaal, maar een U(H)D is een goed alternatief (alhoewel deze het vaak ook erg druk hebben). Sowieso is het prettiger om op een project te werken waar meer mensen aan werken, maar dat heb je niet altijd voor het kiezen. Het voordeel van een groter project, is dat er altijd wel iemand is met positieve resultaten ook al gaat je eigen onderdeeltje even niet zo goed. Dat is dus ook een goede manier om over je AiO-dip heen te komen.

Samenvattend wil ik dus iedereen die er over nadenkt om te gaan promoveren het volgende meegeven om over na te denken:

  1. Zorg dat je een project krijgt wat je leuk vindt
  2. Kijk of je je thuis voelt in de groep waar je gaat werken
  3. Vraag/kijk naar de begeleiding die je gaat krijgen

En als laatste is het ook belangrijk om het volgende te bedenken: een eenmaal gemaakte keuze kun je altijd terugdraaien of verder draaien. Je begint in principe wel aan een baan met het idee om het af te maken, maar als na een tijdje blijkt dat het echt niet is wat je er van verwachtte, kun je altijd switchen naar een andere baan. Elke ervaring is er 1 en al je ervaringen samen helpen je om dat leven te leiden waarin jij je het gelukkigst voelt.

Hopelijk helpt dit stukje om een weloverwogen keuze te maken.
Veel succes gewenst.

Als je vragen en opmerkingen hebt hoor ik dat graag.
Linda.